Noorwegen - 2011+2013+2014

bende geiten

Donderdag 11 september

Deze morgen hadden we na het ontbijt bezoek. Véél bezoek. Ik stond nog buiten, Luc zei van ‘ns om te kijken… een héle bende geiten! Op een ik en een gij stond ik tussen de beestjes. Man, grappig! Die sprongen op de banken en de tafel waar we gisteren aan gegeten hadden. Die knabbelden direkt aan mijn broek en aan de riem van de kodak… en aan de bumper! Ik denk dat ze de vliegjes eraf wilden knabbelen. We hebben in elk geval een afdruk van tandjes; door de lak heen! Na zelfs bijna een kus gehad te hebben van ééntje, gingen we verder.

We volgenden de 13 tot Moskog. Daar de E39/5 naar Forde. In Naustdal gingen we de 611 op . Dan zijn we gestopt om te eten aan een friluftsomrade. Na het eten gingen we terug naar de 611 en zo verder terug naar de 5. Het was wat saai. Langs een fjord maar het was erg bewolkt en dan is het niet zo sjiek. Er zijn geen weerspiegelingen. En ja, na al die fjorden is een fjord soms gewoon een fjord. Veel water.

Toen in Grov draaiden we de 614 op. Veel bergen, veel water, smal, maar met een goeie betonnen vangrail. De 614 wordt in Isane de 616. Daar konden we over een brug naar het eilandje Rugsundoya. Dadelijk na de brug konden we een wegje in rechtsaf. Het gekke was dat dat wegje niet op de kaart stond, maar ook niet op de gps. (mapsource wordt later nog gechekt!) op het einde van het wegje lag een parking bij het oude dorpje Rugsund (8 huisjes). Er stond een bordje bij de parking naar’ Rugsund handelsstad’. Onbestaande weg, onbestaande ‘stad’, onbestaande handel? Da’s pas zwartwerk!

Nu, we hebben er rustig geslapen!

toch nog een getsjer...

Woensdag 10 september

Jongens toch! 10u werden we pas wakker. Het was kwart na 11 eer we vertrokken.

Nu wil ik eerst effe zeggen dat we, sinds we in Oslo zijn aangekomen, al zeker 15 Tesla’s gezien hebben! In Sandane is Luc speciaal op een parking teruggedraaid om mij de kans te geven om een foto te maken van speciaal voor Tesla’s laadpalen! Er stonden 3 soorten oplaadpalen op rij: eerst een stuk of 6 waar ‘tesla’ opstond, dan 1 gewone en dan ook nog een gewone pomp voor benzine. Ik denk dat die laatste er voor de grap bij stond.

Dan ging de rit weer verder. Rond de fjord. Dat werd na een stuwtje een meer. Prachtige weg, slingerend tussen de weiden, langs rivier, tussen de bergen. En dan komt de gletsjer weer in zicht. Het gaat dus de hele tijd over de Jostedalsbreen. Dat is die hele grote met ik weet niet meer hoeveel ‘tongen’, waar we vorig jaar via Nigard zijn op geweest. Dit jaar wilden we dus via Brigsdal, maar het was te slecht weer. En nu kwamen we voorbij een bordje met Bøyabreen. We zijn afgeslagen en het was echt de moeite. Het plaatsje staat nog niet eens op de kaart. We konden tot aan het gletsjermeertje wandelen. We moesten een paar keer over een beekje, waar ze brugjes over gemaakt hadden met takken. En ja hoor; het lukte ons Mazzeltje ook weer. Het was nochtans goed glad! Eigenlijk ging het wandelpad nog verder rond het meer, maar er stonden borden met gevaar voor vallende stenen. Op het einde van de zomer werkt de gletsjer enorm. We hebben het zelfs zelf horen kraken. Sjiek!

Nadat we in het cafetariaatje een koffie hadden gedronken, zijn we weer verder gereden.

De reis ging verder rond de Sognefjord. Prachtige weg met zicht op de tegenoverliggende bergen.

We namen de ferry van Hella naar Dragsvik. Dan reden we de Gaularfjellet op: weer een nationale toeristische weg. Nadat we de fjord achter ons hadden gelaten, werd het weer serieus klimmen. Na vele haarspeldbochten kwamen we op de top waar ze nog bezig zijn met een groot uitzichtpunttoestand te bouwen. Ze waren nog aan het werken en daardoor konden we niet effe stoppen. Spijtig, want het zicht was weer grandioos. De weg was een heel stuk naar beneden te zien.

Wat verder zijn we aan de kant gaan staan. Het was een zalige picknickplaats vlak bij de rivier. Om bij het water te komen moest ge wel een beetje naar beneden schuiven. En een beetje verder was een mooie brede waterval. Het was echt een prachtig plekje met grote, platte stenen. Zalig gezeten. Niks doen. Alleen maar genieten.

souvenierkes....

Dinsdag 9september

De wekker ging af om 9u!!!we wilden op tijd ontbijten om dan naar de gletsjer te wandelen. We konden tot 3u namiddag op de camping blijven staan. Dan hadden we ook nog tijd genoeg om een service te doen. Maar… het was pokkeslecht weer. Het dal wat we gisteren zo mooi zagen liggen, was weg en de gletsjer, waar ge tegen aan had gekeken, was ook verdwenen. Ondertussen hadden we ook al verschillende bussen zien passeren. We zijn effe naar de souvenierswinkel gewandeld, daar wat inkopen gedaan, terug gewandeld in de regen. Blijven staan tot 3u en toen maar door gereden. Het was te slecht weer om te gaan wandelen en bovendien was er ook veel te veel volk naar ons goesting.

Voor de duidelijkheid: Brigsdal ligt op het einde van de weg. Dus terug naar Olden. Daar zagen we een cruiseschip liggen en die was dus de oorzaak van al dat volk. De ‘glacier sightseeing’ bussen stonden hier klaar. Het was ook de eerste fjord dit jaar die we rondreden. Van Olden naar Stryn en dan zijn we weer afgeslagen naar een kleine baan (613) richting Hennebygda. Een mooie geasfalteerde, smalle weg die goed omhoog loopt. Ge hebt de hele tijd een prachtig zicht op de fjord. In Nos hebben ze een simpel uitzichtpunt gemaakt. Echt weer de moeite om te gaan kijken. Wat verder stond een bordje: Tvinnefossen. Ok, weer een waterval. Maar toch,nieuwsgierig als we zijn, gestopt. En ja, raad ns’? weer de moeite. Heel plezant zelfs. Van de parking was het 1400m wandelen. Ge ging een landwegje op, langs een paar huizen. Bij de laatste boerderij hing een dartsbord. Er hing een kaart bij. De bedoeling was dat ge dus effe pijltjes ging gooien, en dan uw skore op het blad invulde;met naam en van waar ge komt. Er stond ook een bank met heel veel beschreven stenen. Weer wat verder was een zandbak met schopjes en speelgoed; daar mocht ge uw problemen begraven en weer verder door was een bankje met tafel mét brievenbus waar het gastenboek inzat. Het is echt plezant om te lezen van mensen van over de hele wereld die daar waren geweest. Er stond zelfs iets in het chinees of japans. En er waren ook al amerikanen geweest. Weer verder door was dus de waterval. Niet zo spectaculair hoog maar ge kunt er wel achterdoor. Dat was dus het speciale aan deze.

We bleven langs de fjord rijden. Uiteindelijk weer op de ‘grote’ E39. Rond 6u hebben we dan de eerste ferry genomen. Van Lote naar Anda. Ergens tussen Anda en Sandane zijn we gestopt aan een kerkje en daar zijn we blijven slapen.

colonne concordes!

Maandag 8 september

Nadat we ontbeten hadden zijn we de heuvel opgewandeld tegenover de parking waar we stonden. De uitzichten zijn zo sjiek! Aan de ene kant kijkt ge naar het grote meer, een beetje naar rechts kijkt ge tot aan de gletsjers.

We zijn dan toch weer naar Lom gereden. Ge kunt het toch niet maken om niet bij die bakker geweest te zijn, hé? Nu, bij deze gezegd zijnde: het is écht de moeite!!! J

De reis ging dan weer over de 15 tot Grotli. Daar gingen we van de ‘grote’ baan af om de kleine 258 op te rijden. Dat is een nationale toeristenroute, de Gamle Strynefjellsvegen. Het is een geweldig mooie bergweg. Eerst een stuk verhard, maar het wordt grind.( En toch geen tolweg! ) Het lijkt alsof ge door een dal rijdt, de besneeuwde bergen liggen verder af. Er komen heel veel watervallen naar beneden; de beek in die langs de weg loopt. Op een bepaald punt hadden we een feeëriek zicht op de bergen voor ons. Het leek of de bergen aan 2 kanten van ons, waar we de hele tijd al tussen reden, zich in de verte sloten tot 1 rij. Er hing nevel laag tussen. Van op dit punt zag je ook een stuk van de weg die we nog moesten afleggen.

We zijn rustig aan de kant gaan staan om te genieten van zoveel pracht! En om de koeken van Lom te proeven. En ja: ze zijn overheerlijk. Het gaat over die koeken die we al van op onze eerste reis kennen van bij de Coop. Niet te vergelijken natuurlijk! Ik vind het echt jammer dat we niet voor iedereen thuis zo éne kunnen meepakken.

En dan voor ome Seus: zet deze rit maar op de lijst om te doen! Ge moogt gerust zijn: er kwam een rij van 7 Cordordes voorbij!!!!

Na deze prachtweg ging het via stukken 15, met hier en daar een afslag naar een dorpje (om tunnel te mijden, want dan ziet ge niks), naar Brigsdal. We kwamen nog langs een waterval die aangeduid stond. De Nedgang Øvstebro foss. We zijn gestopt en gaan kijken. De moeite, maar hier ziet ge constant watervallen. En niet gelijk in Coo maar eerder gelijk de Krimml in Oostenrijk.

In Brigsdal aangekomen merkt ge dat het hier toch wel erg touristisch is aangepakt. Er rijden veel bussen tot aan een souvenierswinkel aan het einde van de weg. Vandaar kunt ge ook met een soort buggy of te voet naar de voet van de Brigdalsbreen. Daar lag ook een camping en we zijn er voor 1 nacht gaan staan. Het plan was om de volgende dag te voet naar de gletsjer te gaan.

Aursjoenmeer

Zondag 7 september

Heerlijk rustig ontbeten langs de rivier. En dan terug gereden om die boerderij te vinden. Uiteindelijk weten we het niet zeker, maar na wat opzoekwerk op internet, denk ik dat het dat groepje boerderijen moet zijn waar we die paarden gekruist hebben.

Dus zijn we de PGseterveg terug gereden naar Vinstra. Grappig hoe een weg zo totaal anders kan zijn in tegengestelde richting. Nu zagen we bv 2 poppen zitten tegen de rotswand. En wat verder zagen we een grote ‘wandelman’ mét kop en pijp. Iemand amuseert zich hier wel met ‘kunst’! De natuur is hier ook mooi. Uitgestrekte heidegebieden, laag groei, rendiermos, moeras, beekjes, heuvels, meertjes.

Van Vinstra reden we richting Vagamo. Maar niet over de goede baan (E 15), wel langs de evenwijdig lopende weg. Een kleine smalle grindweg. En daar zagen we een eland met jong. Elanden zijn veel schuwer dan rendieren. Ze blijven korter bij de bosrand. Ik heb foto’s kunnen maken met de standaard lens. Eer ik de grote lens had, waren ze alweer het bos in. Vanaf nu houd ik de witte korter bij me.

We reden ook de hele tijd langs een grote rivier, de Skim. Echt breed met veel zandbanken in.

Na Vagamo gingen we naar Lom. Weer over een alternatief wegje(fv468). We vinden die grindwegjes veel leuker dan de ‘grote’ baan. Ze zijn trouwens goed onderhouden en ge komt er bijna geen verkeer tegen. Gewoon stoppen voor een mooi uitzicht is hier geen probleem!

In Lom wilde we naar de bakker. Ik heb een tijd geleden een programma op tv gezien van de ‘Hairy bikers’ of zo iets; en die rijden door heel het land op zoek naar de beste bakker. In Noorwegen zit die dus in Lom volgens hen.

We hebben de bakker gevonden….alleen een kwartier te laat. Ze waren juist dicht.

We zijn verder gereden naar Bismo. Van daaruit naar het Aursjoenmeer. Dat is een bergmeer wat gebruikt werd door de boeren om hun akkers te bewateren. Er was een wandeling met uitleg over hoe ze dat deden. De wandeling was maar 5 km, die hebben we dan nog lekker gedaan. De uitzichten zijn weer de moeite, volgens mij kijkt ge tot de uitlopers van die gletsjer hier. Ge zit boven de boomgrens. Het is kaal, rotsig en alles is begroeid met dat mooi rood kruipplantje en met bessenstruikjes. Het is moerassig, er is veel veenpluis; dat wit pluizig plantje. Het waaide hard; Mazzel had z’n jas ook aan. Die rent toch wat af. Hier en daar hoort ge schapenbellengeklingel. Maar voor de rest lijkt ge hier weer alleen op de wereld. Halverwege de route staat een schuilhut. De deur was open, ge kunt er vuurtje maken, er hing zelfs zo’n grote heksenpot. Er lag ook weer een boek waar ge uw naam in kon schrijven.

De weg naar boven was ook weer de moeite. Grind en haarspeldbochten. Boven is een grote grindparking voorzien. Het is trouwens een nationaal park. Het ‘Reinheimen nasjonalpark’.

Met zoveel wind wou Luc toch ‘ns proberen de windvogel op te laten. Na wat geknoei had hij het wel in z’n vingers! Het ging goed.

We hebben ons een beetje uit de wind proberen te zetten en zijn lekker blijven slapen daarboven.

bezoek aan de hel

Zaterdag 6 september

Heerlijk geslapen en warm ontbeten met een kampvuur. Gezellig. En ja, het was weer half 12 toen wij vertrokken. Naar Forset. Vandaar ging het over de 255 naar Vinstra. Deze weg loopt parallel met de Peer Gynt route. Deze loopt meer door het dal en is niet zo toeristisch maar zeker heel mooi. De Peer Gynt doen we waarschijnlijk op de terugweg. Iets voorbij Nesset kwamen we bij de Helvete. De hel. Daar konden we een wandeling maken door een rotskloof. Heel mooi met gletsjermolens, grote slijpgaten. Die zijn in de laatste ijstijd door smeltwater gevormd. Er waren weer trappen voorzien. Bij 2 ervan stroomde het water achter de open traptreden door. Mazzel gleed soms wat uit, maar verder ging het heel goed. Toen we door de kloof waren, dachten we dat we het gehad hadden. Toch was er nog een heel steile, hoge trap. Eerst dachten we naar een uitzichtpunt. Dan gingen we om de beurt kijken, want die trap leek toch wel akelig voor Mazzel; zeker om terug omlaag te komen. Er was ook maar aan 1 kant een trapleuning voorzien. Luc ging eerst. Het bleek dat we boven verder konden en op een bepaalt punt terug op het eerste stuk voor de kloof kwamen. Dus moest Mazzeltje maar mee omhoog. Die doet dat tegenwoordig zonder aarzelen en Luc was buiten adem toen we boven kwamen. Het pad ging rustig verder over houten paadjes en rotsplaten. Terug aan het beginpunt/kassa/cafétje zijn we daar lekker een tas koffie met koek gaan drinken/eten. Het was fijn geweest.

We reden een stukje terug naar Øvre Svatsum. Van daar gingen we naar de Børkdalsvegen. Een tolweg die uiteindelijk op het laatste stuk van de Peer Gynt route uitkomt in Gålå. Daar ging het linksaf naar Vinstra. En van daar konden we de Peer Gynt seterveg op. Dat is de baan waar de boerderij ligt waar Peer Gynt geboren is en geleefd heeft. Ergens op die weg, we zijn die boerderij blijkbaar voorbij gereden, staan we nu langs de rivier om te overnachten. We hadden al schapen en koeien op bezoek…

wandelen

Vrijdag 5 september

Niet zo een rustige nacht geweest. We hadden ons op een parking naast de weg gezet. Het was bij een langlaufpiste (iets voorbij Ulsak) waar ook verschillende vakantiehuisjes lagen. Tegenover de parking was iemand nog laat bezig aan de kantine. Maar het ‘ergste’ was iemand die tot na middernacht zijn aanhangwagen aan het vullen was met hout. Vlak achter ons. Nu ja, we lieten ons niet meer ‘wegjagen’ en zijn uiteindelijk toch in slaap gevallen. Tegen elven vertrokken we dan deze morgen. We reden naar de Panoramaveggen (van Ulsak naar Vagernes). Een mooie tolweg, dus grind. Slingerend tussen de meren, heuvels op en af, en aan de westkant hoge bergen in de verte. Moeras, dennenwouden, berkenbomen die goudgeel verkleuren. We wilden ook de Ormtjønnsvegen doen. Daarvoor moesten we in een café iets verder door weer tol gaan betalen. De weg loopt een natuurreservaat in. Daar kunt ge een wandeling maken naar de top van een platte, kale berg. Van daarop kunt ge over het hele reservaat kijken. Het is het kleinste reservaat van Noorwegen, goed 9 km². Het was een heel fijne wandeling. Eerst door berkenbos, af en toe lagen er houten paadjes. Het was wat drassig. Later werd het kaler en moerassiger. Mazzel amuseerde zich kostelijk. Hogerop werd het heide en steniger. Bovenop was het uitzicht inderdaad zeker de moeite.

Rond 6u waren we weer aan de mobilhome en zijn we een stukje teruggereden. We bleven wel in het reservaat. Langs het meer zijn we gaan overnachten.

eland

Donderdag 4 september

Ontbeten aan een bankje aan het water. De hele voormiddag zijn we daar blijven zitten, lekker gespeeld met Mazzel. Water en fijn wit zand. Eigenlijk is Mazzel echt een strandhondje.

Rond de middag vertrokken we dus. Nu ging het naar Nesbyen. Daar is een paar miljoen jaar geleden (denk 650) een meteoor ingeslagen. Ge kunt daar naar de krater gaan kijken. Er is een mooie parking en een café. Ge moet er ook inkom betalen en er zijn gegidste wandelingen. Maar dat was van 15 augustus al allemaal gedaan en gesloten. We zijn dan maar op eigen houtje wat gaan kijken. Het stond trouwens goed aangeduid. En het is natuurlijk allemaal ik weet niet hoe begroeid ondertussen, als ge niet weet dat dat een meteoorinslagkrater is, merkt ge dat toch niet. Niet zo spectaculair als het klinkt dus.

Het was er wel weer totaal verlaten en dus heerlijk rustig en we wilden eigenlijk blijven slapen daar.

Er was nog een auto aangekomen met 2 oudere koppels maar die reden weer dadelijk weg. Later op de avond, het was wel nog licht, stopte weer een auto met 2 jonge gasten. Na wat gebabbel met ons over de wandeling en de krater, gingen ze ook effe kijken en reden dan weer weg. Maar wij waren om de één of andere reden niet meer op ons gemak. We zaten een paar kilometer in het bos van de bewoonde wereld. Een heel gemakkelijke prooi als iemand niet zo goede bedoelingen zou hebben.

We zijn dan ook maar weer vertrokken. En wat een geluk!!!!want het was op de volgende rit dat we EINDELIJK een ELAND in het wild zagen. Ik heb een hele resem foto’s kunnen maken.