Aursjoenmeer
Zondag 7 september
Heerlijk rustig ontbeten langs de rivier. En dan terug gereden om die boerderij te vinden. Uiteindelijk weten we het niet zeker, maar na wat opzoekwerk op internet, denk ik dat het dat groepje boerderijen moet zijn waar we die paarden gekruist hebben.
Dus zijn we de PGseterveg terug gereden naar Vinstra. Grappig hoe een weg zo totaal anders kan zijn in tegengestelde richting. Nu zagen we bv 2 poppen zitten tegen de rotswand. En wat verder zagen we een grote ‘wandelman’ mét kop en pijp. Iemand amuseert zich hier wel met ‘kunst’! De natuur is hier ook mooi. Uitgestrekte heidegebieden, laag groei, rendiermos, moeras, beekjes, heuvels, meertjes.
Van Vinstra reden we richting Vagamo. Maar niet over de goede baan (E 15), wel langs de evenwijdig lopende weg. Een kleine smalle grindweg. En daar zagen we een eland met jong. Elanden zijn veel schuwer dan rendieren. Ze blijven korter bij de bosrand. Ik heb foto’s kunnen maken met de standaard lens. Eer ik de grote lens had, waren ze alweer het bos in. Vanaf nu houd ik de witte korter bij me.
We reden ook de hele tijd langs een grote rivier, de Skim. Echt breed met veel zandbanken in.
Na Vagamo gingen we naar Lom. Weer over een alternatief wegje(fv468). We vinden die grindwegjes veel leuker dan de ‘grote’ baan. Ze zijn trouwens goed onderhouden en ge komt er bijna geen verkeer tegen. Gewoon stoppen voor een mooi uitzicht is hier geen probleem!
In Lom wilde we naar de bakker. Ik heb een tijd geleden een programma op tv gezien van de ‘Hairy bikers’ of zo iets; en die rijden door heel het land op zoek naar de beste bakker. In Noorwegen zit die dus in Lom volgens hen.
We hebben de bakker gevonden….alleen een kwartier te laat. Ze waren juist dicht.
We zijn verder gereden naar Bismo. Van daaruit naar het Aursjoenmeer. Dat is een bergmeer wat gebruikt werd door de boeren om hun akkers te bewateren. Er was een wandeling met uitleg over hoe ze dat deden. De wandeling was maar 5 km, die hebben we dan nog lekker gedaan. De uitzichten zijn weer de moeite, volgens mij kijkt ge tot de uitlopers van die gletsjer hier. Ge zit boven de boomgrens. Het is kaal, rotsig en alles is begroeid met dat mooi rood kruipplantje en met bessenstruikjes. Het is moerassig, er is veel veenpluis; dat wit pluizig plantje. Het waaide hard; Mazzel had z’n jas ook aan. Die rent toch wat af. Hier en daar hoort ge schapenbellengeklingel. Maar voor de rest lijkt ge hier weer alleen op de wereld. Halverwege de route staat een schuilhut. De deur was open, ge kunt er vuurtje maken, er hing zelfs zo’n grote heksenpot. Er lag ook weer een boek waar ge uw naam in kon schrijven.
De weg naar boven was ook weer de moeite. Grind en haarspeldbochten. Boven is een grote grindparking voorzien. Het is trouwens een nationaal park. Het ‘Reinheimen nasjonalpark’.
Met zoveel wind wou Luc toch ‘ns proberen de windvogel op te laten. Na wat geknoei had hij het wel in z’n vingers! Het ging goed.
We hebben ons een beetje uit de wind proberen te zetten en zijn lekker blijven slapen daarboven.
Reacties
Reacties
zouden jullie niet een reisboek schrijven
geniet er verder van
groetjes
an, stef en kids
alles goed onthouden... volgend jaar is't onze beurt :-)
enjoy!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}