Noorwegen - 2011+2013+2014+2015+2018+2024

Stenaline

Woensdag 3 september

Om half 7 bed uit! Vreselijk vroeg! Mazzel zijn dingen laten doen, water bijgevuld en vertrokken naar de haven. Onderweg nog getankt want dat is toch goedkoper dan in Noorwegen. We waren ruim op tijd voor de boot. We stonden weer eerste in rij J. Al aan het loket waar ge langs moet rijden om te betalen kregen we info en de sleutel van de kajuit. Eens aan boord, gingen we dadelijk naar onze hut. Op verdiep 6 moesten we zijn. We zaten 3 kajuiten van de buitendeur. Er was een neplederen hondenmand voorzien. En voor mij helemaal geweldig: we hadden een room with vieuw! Een venster! Wc, douche, handdoeken, zeep… gewoon af! En op het ‘hondendek’ (waar we dus 3 deuren vanaf zaten) was een soort grote kattenbak gemaakt (2 op 3 meter ongeveer) met voor de helft nepgras en voor de helft schors. En in het midden stond een grote piespaal! Er waren drinkbakken en vuilbakken met kakzakjes. Ik vond dat ze alleen nog een automaat met hondenbrokjes hadden kunnen voorzien! Nee, serieus: het was echt wel dik in orde.

Strikt genomen volgens de regels mocht Mazzel nergens anders komen. Maar met rondwandelen zag ik op dek 8 dat honden toegelaten waren. Dat gold in feite alleen voor binnen in de traphal. Maar wij zijn namiddag lekker helemaal boven gaan zitten op het hoogste dek. Daar is zelfs een helikopterlandingsplaats. De zon scheen en er was niemand anders. Wat willen wij nog meer?

Rond half 2-2u begonnen we land te zien. Het begin van de Oslofjord. Dieper landinwaarts wordt het inderdaad steeds mooier. Het is sjiek als ge eens voorbij de engte bij Drøbak zijt, en dan langs kleine eilandjes vaart.

Stipt 6u meerden we aan in Oslo.

Wij wilden daar natuurlijk zo snel mogelijk weg. Maar toch zijn we eerst naar Holmenkollen gegaan. Daar is de modernste skischans ter wereld. Het is echt wel indrukwekkend. Kijk maar ‘ns op google. Rond die schans is ook een 8km lange baan om te oefenen op skies op wieltjes. Bergop, bergaf dat dat ging; niet te doen. En ze oefenen daar ook die sport met skieën en schieten…hoe heet dat? Er waren mensen van alle leeftijden aan het trainen, het was echt tof om te zien.

Nadat we daar een hele tijd rondgewandeld hadden, zijn we richting Hønefoss vertrokken. Onderweg zijn we afgeslagen naar het eilandje Storøya. Bij een haventje was nog een kerel aan het werken. Luc vroeg aan hem als we daar mochten blijven slapen en hij vond dat ok. Dus….een heerlijke nacht gehad. Stikdonker en rustig.

Noorwegen 2014

Maandag 1 september +dinsdag 2 september

We zijn iets na zeven vertrokken. We reden de ondertussen bekende route naar Hamburg. Iets na Flensburg gingen we de autostrade af. Daar gingen we linksaf richting westkust. Bij Skærbæk gingen we linksaf naar het eiland Rømø. In Havneby zijn we op het zuidelijkste punt gaan slapen. Heerlijk rustig tussen de struiken. ’s Morgens hebben we ontbeten met zicht op zee en paarden. Die kwamen ook kijken of we iets lekkers bij hadden. 1 wit paard had een blauw en een bruin oog. We hebben daar flink onze tijd gepakt om wat te wandelen. Pas tegen 11u vertrokken we. Terug naar vaste land en dan richting zuid, via Esbjerg naar Nørre Nebel. Rond 2u stopten we ergens aan een strand om te eten. Zalig warm was het. Er waren mensen aan het zwemmen. Je kon er hoog de duinen in wandelen. Het was leuk. Daarna ging het verder langs de Ringkøbingfjord naar Ringkøbing, naar Struer en dan zo oostwaarts naar Frederikshavn. Het was ‘ns een andere weg door Denemarken. Wij vonden het mooi en rustig. De Denen bouwen wel lekker klein. Het zag er heel gezellig uit.

We gingen slapen op een kamperplaats in Kvissel, een kleine 10 km ten zuiden van Frederikshavn.

van Geilo naar Dagali

Donderdag 5september

We werden wakker, na een pikdonkere en muisstille nacht, met een wolkendeken onder ons. Waar ge gisteren de hele bergenomgeving zag, zag je nu alleen nog pieken. Toch aan de kant van waar we gekomen waren. Van aan de wandelreuzen zag je dat de andere kant, waar we naar toe moesten, wolkenvrij was.

Na het ontbijt zijn we eerst een stuk teruggereden. Luc had gisteravond nog gezien dat we een deksel kwijt waren. En die wilden we gaan zoeken. Kwestie van geen rommel achter te laten in zo een mooi gebied J. We hebben hem teruggevonden en Luc heeft die met 4 kritskes vast gezet.

Langs de Slidrefjord over de 51 naar Geilo. Daar zijn we de 40 opgegaan, richting Dagali. Een mooie bergweg. Verhard! Ergens was weer een afslag naar een pas, maar die was ook weer gesloten tot een bepaald uur wegens werken. We gingen kijken hoever we konden geraken. Om 19.00 ging het sowieso open. We kwamen aan de werken, ze waren aan een dam bezig. Er stond iemand bij de afsluiting, die belde iemand met een volgauto. Die is ons dadelijk komen halen en we mochten volgen tot voorbij de dam. Sjiek. We hadden evengoed wel willen wachten.

Daarna werd het goed mistig. Dus hebben we verder niks van de pas gezien.

We zijn maar aan de kant gaan staan en daar zijn we blijven slapen

de Jotumheimvegen en de Slettefjelvegen

Woensdag 4september

De Jotunheimvegen is een tolweg, niet verhard. Hier staat een vegbom waar ge met munten of met visa kunt betalen. 80 NOK. Luc probeerde met visa omdat we geen kleingeld meer hadden. Maar de kaart werd geweigerd. Dan zijn we maar helemaal teruggereden naar Skabu. Bij de Coop zijn we van die lekkere kokoskoeken gaan kopen en had ik extra kleingeld gevraagd.

Het is een mooie weg tussen moeras en meertjes door. Met zicht op de hoge bergen in de verte. Er zaten hier ook rendieren. Dit zijn kuddes wilde dieren die niet terug trekken naar het noorden. Ze zaten wel heel ver van de weg. Luc had ze ontdekt met de verrekijker en ik heb dan wat foto’s gemaakt met de witte lens mét extender, maar nog zijn ze niet echt duidelijk op de foto. Onderweg zagen we ook nog valken vliegen.

Na de tolweg kwamen we weer op een verharde weg. Het ging richting Bygdin. We zijn dan richting Beitostolen gereden en daar konden we weer een kleine tolweg op. De Slettefjellvegen. Ook weer onverhard en mét tol. Luc probeerde weer visa. Wat weer niet lukte. Er kwam een noor achter ons staan en die kwam helpen. Nu bleek dat ge om 60NOK te betalen, ge 6 keer op n knop moest duwen. Tja, ge moet het maar weten.

Deze weg is echt prachtig. De weg zelf niet, we zijn er zelfs een deksel die vastzat met colsonbandjes verloren! De omgeving was prachtig. Bergen, meren, vlaktes. Op het hoogste punt was een parking met 2 wandelreuzen. Het is een heel weidse hoogvlakte vanwaar ge zicht hebt op al de bergen rondomom! We wandelden een stuk en telkens denkt ge dat ge aan de rand komt en toch is dat niet.

De lucht kleurde enorm mooi. De zwarte contouren van de bergen staken af tegen diepblauw en daarboven was een roze band en daarboven lichtblauw.

We zouden er blijven staan voor de nacht. Het was helder weer. Zo een sterrenhemel hadden we niet meer gezien sinds Hongarije..

Sognefjellsveien,de hoogste bergpas van Scandinavië

Dinsdag 3 september

Gelukkige verjaardag Dries!

De staafkerk was niet zo bijzonder, vonden wij.

Van Urnes naar Skjolden. Daar zagen we weer een mega-megacruiseschip liggen.

Vanuit Skjolden zijn we dan de Jotunheimen ingereden: het hoogste berggebied in het hart van Noorwegen. Hier liggen de hoogste bergen van het land. Het is een prachtige weg van Skjolden naar Lom: de Sognefjellsveien die via Turtagro naar Lom gaat. Dit is de hoogste bergpas van Scandinavië! Een geweldig mooie weg! We hebben op een parkingkje staan eten, tussen 3 watervallen, terwijl de schapen voorbij wandelden en een hele rij koeien over de weg sjoekelden. Achter elke bocht weer zo een wauw-effect.

Noorwegen is vermoeiend; ge hebt aan 2 ogen echt niet genoeg.

Aangekomen in Lom zijn we naar de staafkerk gaan kijken.

Dan zijn we doorgereden richting Vagamo. Dit was voor dit jaar ons meest noordelijke punt. Van hieruit naar Otta. Van Otta naar Sjoa. Dan naar Vinstra. Daar wilden we een kleine weg nemen naar Bygdin: de Jotunheimvegen. Maar er was weer een ‘hinder’. Het eerste deel van de weg is afgesloten door werken. Maar gelukkig niet continu. Ze ging open van 20u00 tot 7u30. Het was een uur of 7 toen we er aankwamen. Het idee was om de weg te beginnen en onderweg, voor het donker werd, ergens te slapen. We hebben dan maar gegeten op de parking van een kerkje. Om 8u ging de weg inderdaad open, en zijn we doorgereden. We zijn gestopt iets voor Skabu, waar de eigenlijke Jotunheimvegen begint.

Op de parking van een voetbalterrein gaan we slapen..

leuke wandeling naar de Nigardsbreen

Maandag 2 september

Van hier was het maar een goeie 50km naar de grootste gletsjer van Europa: de Jostedalsbreen. Van de ijskap (875km²!) stromen een 20tal gletsjertongen door de dalen naar beneden. Wij zijn naar de Nigardsbreen gewandeld. Ge kon ook met een bootje over het gletsjermeer ernaartoe. Maar dat leek ons niet zo leuk. Het was echt maar een korte rit. Voor de wandeling stond een bord met uitleg: gevaarlijk en slipperig! Nu; we hadden die aan de andere gletsjer ook geprobeerd en als het te riskie wordt met Mazzel, gaan we toch gewoon terug. Dan is het maar zo. Dus vertrokken we weer vol goede moed!

Het was droog en zonnig, dus van dat slipperige hebben wij niks gemerkt. En gevaarlijk??? Aan elke rotsplaat waar ge wat omhoog moest, hadden ze houten trappen gemaakt. Het was echt een zondagswandeling ja! De gletsjer was wel geweldig. We zijn er een halve meter op geweest en een stukje tussen het ijs gaan kijken, maar echt niks gevaarlijk gedaan hoor. En de hele weg terug mocht Mazzel los. Hij wou weer exact dezelfde weg terug. Als Luc een trap oversloeg omdat ge daar ook gewoon over de rotsplaat omhoog of omlaag kon, stond hij te kijken en te treuzelen en ging uiteindelijk toch over de ladder.(die hadden we bij het opgaan wel genomen omdat ge dan niet beter weet hé).

Na ons bezoekje aan al dat ijs ging het richten Urnes. In plaats van de ferry te nemen, besloot Luc over de weg rond de fjord te rijden. Laat me zo zeggen: we zijn blij dat ons mobilhome nog één geheel is. Zelfs de weg naar Grense Jacobselv was beter.

Op de parking van de staafkerk van Urnes zijn we gestopt en blijven slapen..

Laerdal; staafkerk van Borgund

Zondag 1 september

We werden wakker met redelijk goed weer. We hoopten dat aan de andere kant van de berg (in Flam) nog beter weer was. Gisteren hadden we de bergweg vanuit Flam naar Laerdal genomen (niet tot in Laerdal, maar dus onderweg bij de beer blijven slapen). Nu gingen we dan maar de tunnel nemen terug naar Flam. Het is een nieuwe tunnel en blijkbaar de langste ter wereld! 25 km lang! Ze hebben de rit wel mooi verdeeld in 3 met dus 3 keer een groot plein met blauwe verlichting. Het is wel niet de bedoeling om te stoppen. Het is wel weer een raar zicht, dat blauw licht.

Nu, we kwamen in Flam aan en daar was het nog altijd pokkeslecht weer. Tja, die is dan voor volgend jaar.

Weer terug door de tunnel naar Laerdal. Daar de E16 op naar Galdane. En daar de ‘historische route’ genomen, die langs Borgund komt. En daar staat een hele mooie, grote staafkerk. Die zijn we effe van dichtbij gaan bekijken. Maar we gingen toch redelijk snel weer weg, want er stopten verschillende bussen tegelijk.

Toen zijn we doorgereden richting Tyinkrysset. Daar de 53 op tot in Tyin aan het Tyinnemeer. Daar hebben we rode lichten genegeerd om via Tyinstolen en Tyinosen (rechts van ons lag Tyinholmen) door het gebergte van Tyineggi te rijden! Echt waar!

De rode lichten waren blijkbaar omdat de weg afgesloten was. We zijn dus toch doorgereden omdat er al een paar auto’s voor ons dat ook deden. Onderweg was er een tegenligger die knipperde en stopte en ons vertelde dat de weg afgesloten was door werken aan rotsblokken die afgestort waren. Dat wilden wij natuurlijk ook met eigen ogen zien, dus reden we verder nadat we hem vriendelijk bedankt hadden! Iets verder was er een vriendelijk toerist met mobelhome die hetzelfde aan ons vertelde, en die moest lachen omdat wij het ook zelf wilden zien, nieuwsgierige toeristen!

En inderdaad, op 4 km voor de stad Ovre-Ardal, lagen grote rotsblokken op de weg. Ze waren met zwaar materiaal aan het opruimen. We wilden eigenlijk vanuit deze stad de prachtige Tinde vegen op. Een tolweg die verboden is voor caravans en pas in mei open gaat. Ze schrijven ‘prachtig’ maar wij weten het dus nog niet. We zijn moeten terugkeren:130km; geen andere mogelijkheid. Die pas is dus ook voor volgend jaar.

Weer terug in Laerdal! Van hieruit een 8km lange tunnel naar Fodnes genomen en toen met een ferry naar Manheller. Toen doorgereden tot in Sogndal. En daar een kleine weg ingereden naar Mollandsmarki.

Hier hebben we ergens temidden van de bossen op een camperplaats geslapen. Alleen..

Voringsfossen,Stegastein, Flam en het hol van de beer!

Zaterdag 31 augustus

Vandaag gingen we via de 7 de Hardangervidda op. Een nationaal park van ongeveer 10000km² groot. De grootste hoogvlakte van Scandinavië. Een prachtig gebied weer met heel veel meren, beken en rivieren. De begroeiing bestaat vooral uit hei, gras en mos. Bijna het hele gebied ligt boven 1300 m; de boomgrens. Hier ligt ook een waterval met een vrije valhoogte van 180m. De Voringsfossen. Het is één van de mooiste en meest bezochte watervallen van Noorwegen. We zijn hem van verschillende punten kunnen gaan bekijken. Mooi hoe dat in de diepte valt en in een kom neerstort. Om dan, van bovenaf gezien, precies in een klein beekje verder te stromen.

Ergens zijn we door een tunnel gereden die afgesloten kon worden met poorten. Die dienen om de tunnel sneeuw- en ijsvrij te houden. Die gingen elektrisch of handmatig open en toe. Sjiek om te zien.

Daarna ging het richting Hol. Vandaar de 50 op. Dat is de Aurlandsvegen. Weer zo een prachtige bergweg met kronkels en meren. Zo kwamen we bij Flam aan de Aurlandsfjord. Dit dorp lag vroeger zo geïsoleerd dat het alleen per veerboot te bereiken was via de fjord.( Nu lag er een megagroot cruiseschip aangemeerd.) Later kwamen de wegen met tunnels en een trein: de Flamsbanen. Het traject van deze trein overbrugt een hoogteverschil van 874m! op 20 km! Het is géén tandradtrein, maar een gewone!

Het was de bedoeling om de trein te nemen. Luc had op voorhand gemaild om te vragen of Mazzel ook op de trein mocht en dat was inderdaad toegelaten. Dus dat was het plan. Maar juist vandaag was het hier zo bewolkt en zo aan het regenen, dat wij dachten dat het niet de moeite zou zijn. We zijn dan maar via de bergpas naar Laerdal gereden. Deze pas gaat over een hoogte van 1306m! Gewoonlijk ligt hier zelfs in de zomer metershoge sneeuw. Daar hebben wij niet veel van gezien. We hebben wel het nieuwe uitzichtspunt gezien; de Stegastein. Een loopbrug die over de rand gaat en eindigt in een schuine glazen wand. Heel akelig om tegen te liggen, zeker met de rug naar de afgrond! Het is wel een magnifiek zicht op de Aurlandsfjord!

Ergens op deze weg zijn we gestopt op een parking. Hier hadden ze een stukje rolstoelpad voorzien. Luc ging daar met Mazzel effe wandelen. En toen bleek dat ze het hol van de beer hadden gevonden! Grappig: op het einde van dat pad ging ge een soort grot binnen en daar hadden ze een beer op een grote kar te slapen gelegd. Onder de beer lagen oude radio’s, oude telefoon’s, lampen…vanalles, precies een ‘schat’.

Toen we terug aan de mobilhome waren, begon het hard te regenen. Nog voor Luc binnen was, was het al sneeuw geworden! De achteruit was op een second dichtgesneeuwd!.